We weten niet of de aandachtsspanne steeds korter wordt

Twitter is namelijk niet hetzelfde als een wetenschappelijk boek.

Een nieuw onderzoek zegt dat onze aandachtsspanne achteruitgaat. Media verspreidt zich steeds sneller en dit zorgt voor een “vermoeid” gevoel bij consumenten, die het idee hebben dat ze deze nieuwsstroom niet bij kunnen houden. Het onderzoek is goed opgezet en heeft een heldere conclusie, maar wel een te voorbarige.

Over de aandachtsspanne van de mens

Heb je ook het idee dat alles steeds sneller gaat? Van nieuws, memes, internetsensaties, Netflix-krakers en virale YouTube-filmpjes: het volgt elkaar steeds sneller op. Net wanneer je bent bijgepraat over de nieuwe Beyonce-documentaire staat de volgende kaskraker, die je volgens allerlei websites gezien moet hebben, alweer op Netflix.

Doodvermoeiend allemaal, en het is niet eens een gevoel, maar werkelijkheid. De wereldwijde aandachtspanne wordt namelijk steeds korter, zo laat een nieuwe studie in het bekende wetenschappelijke tijdschrift Nature zien. De onderzoekers vergeleken hiervoor meer dan 43 miljard tweets en de top 50 trending-hashtags per uur van 2013 tot 2016. Vervolgens berekenden ze hoe lang de hashtags populair bleven.

Trending op Twitter

De belangrijkste conclusie is dat een onderwerp in 2013 gemiddeld 17.5 uur lang populair was, terwijl dit in 2016 nog maar 11.9 uur was, een verschil van ruim 5 uur. En dit is niet het enige voorbeeld van de korter wordende aandachtspanne. Ook keken de onderzoekers naar hoe lang filmkaskrakers populair waren. Daar waar een blockbuster in 1980 gemiddeld zo’n vier maanden na release nog volle zalen trok, was dit in 2018 slechts twee weken.

Foto: Pexels

“Mensen zijn sneller verzadigd over een onderwerp omdat er veel meer content beschikbaar is”, zegt onderzoeker Philip Lorenz-Spreen over zijn resultaten. Hij legt uit dat populaire ‘media-uitingen’, zoals een Netflix-serie, virale meme of muziekalbum, steeds sneller bekend worden, maar ook steeds vlugger van het toneel verdwijnen. Er zijn slechts twee uitzonderingen op deze regel: Wikipedia en wetenschappelijke artikelen. Deze twee vormen van content blijven mensen boeien.

“Ik denk dat veel mensen het vermoeiend vinden om alles continu te moeten bijhouden”, zegt Sune Lehmann, die aan het onderzoek meewerkte. Dit zorgt er voor dat makers, zoals kranten en websites, steeds meer uit de kast moeten halen om aandacht te trekken. Clickbait. Je kent het wel, veel uitroeptekens, schreeuwerige koppen en sensatiezucht.

Lees ook: Onzekerheid overwinnen, maar dan zonder gelul

Onderzoeken over aandachtsspanne

Het onderzoek is de zoveelste in een reeks van artikelen over de aandachtsspanne van mensen. De conclusie van deze onderzoeken is steevast dat we ons minder lang kunnen concentreren, met alle gevolgen van dien. Zo zouden lesuren op school korter moeten worden, moeten filmpjes op YouTube maximaal twee minuten duren en ook dikke boeken zijn verleden tijd.

De meest bekende studie hierover is zonder twijfel die van Microsoft uit 2015. Het software-bedrijf claimde dat de menselijke aandachtsspanne inmiddels korter was dan die van een goudvis. Daar waar onze glibberige vriend zich 9 seconden op een taak kon focussen, kwamen mensen niet verder dan 8 seconden, 1 seconde korter dus. Niet alleen de totale overload aan informatie zou hieraan schuldig zijn, maar ook het feit dat wij vreselijke multitaskers zijn.

Vrijwel alle grote kranten en websites namen het nieuws over, waaronder The New York Times, Time en Telegraph. De conclusie doet het immers goed voor de krantenkoppen, maar het bleek een mythe. Niet alleen de cijfers waarop het onderzoek is gebaseerd zijn nooit teruggevonden, ook heeft het rapport de keuring voor plaatsing in een wetenschappelijk tijdschrift nooit overleefd. Dit betekent dat het onderzoek nooit officieel is gepubliceerd, en inmiddels ook niet meer online staat. Uiteindelijk bleek het een marketingstunt van Microsoft dat adverteerders wilde laten zien hoe je mensen hun aandacht trekt. Well played Microsoft, well played.

Foto: Pexels

Lastig meten

Dit onderzoek was dus totale onzin, maar de studie uit Nature heeft de wetenschappelijke keuring wel gehaald. Kunnen we dan concluderen dat we daadwerkelijk steeds minder lang onze aandacht erbij kunnen houden?

Misschien. Het meten van de aandachtsspanne is ontzettend lastig, helemaal wanneer je het ook nog eens moet vergelijken met de situatie van vroeger. De meeste onderzoeken baseren zich op resultaten van social media. Zo bleek in 2017 dat de gemiddelde duur van een YouTube-video steeds korter werd en in 2016 werd al gezegd dat mensen steeds minder lang op Facebook zaten.

Het is dan een makkelijke conclusie om dit te wijten aan een korter wordende aandachtsspanne, maar niet per se de juiste. Zo maakt het platform waarop deze cijfers gebaseerd zijn een enorm verschil. Wie op YouTube video’s kijkt zit misschien niet te wachten op films van een uur lang. Dit overigens in tegenstelling tot de makers, die met langere video’s meer reclame-inkomsten verdienen.

Ook interessant: Hoe mannen omgaan met liefdesverdriet

Toekomst van de aandachtsspanne

Bovendien is Facebook niet vergelijkbaar met een wetenschappelijk boek waar je je volle concentratie voor nodig hebt. Het sociale medium van Mark Zuckerberg groeit nog steeds qua leden, maar jongeren keren het massaal de rug toe. Wanneer je net zoals ik een van de overgebleven ‘soort van volwassen maar nog niet oud genoeg om een mening te hebben over toiletpapier en winacties van de lokale Albert Heijn te delen’-mensen bent gebruik je Facebook waarschijnlijk alleen voor evenementen, filmpjes van niesende honden en om Shirley uit Havo 4 een goede verjaardag te wensen.

Het punt is dat een onderzoek naar de doorgebrachte tijd op social media niet direct verband hoeft te houden met de aandachtsspanne. Om hier daadwerkelijk uitspraken over te kunnen doen moet je een representatieve groep mensen bij elkaar brengen en hen jaarlijks concentratietesten laten doen. Wanneer dan na twintig jaar blijkt dat ze het steeds lastiger vinden om zich op een taak te focussen kun je spreken van een korter wordende aandachtsspanne.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *