Je introweek overleven als sociaal ongemakkelijk persoon: een handleiding

Omarm de ongemakkelijkheid: iedereen is onzeker.

Het is alweer een paar jaar geleden, maar ik vind het nog steeds helemaal kut. Veel teveel overenthousiaste mensen met lelijke, felle en loszittende studentenvereniging-shirts, schijtlollige spelletjes en studenten die daadwerkelijk trots zijn dat ze al tien jaar over hun bachelor doen.

Daarnaast vraag ik mij nog steeds af waarom elk clubje ineens een “commissie” heet en waarom je in Romeinse letters moet duidelijk maken dat je in het twaalfde bestuur zat. Waarom zou je überhaupt zo’n lelijk shirt aantrekken wanneer je mensen juist moet enthousiasmeren voor je vereniging?

Juist ja, we gaan het hebben over de introductieweek.

Ik ben absoluut geen verlegen persoon, maar wel sociaal ongemakkelijk op z’n tijd. Ik voel soms niet helemaal aan wat ik wel, en wat ik niet kan zeggen. Small talk is daarom lastig. Liever ga ik de diepte in:

  • Ik weet niet hoe ik moet reageren als een vijfdejaarsstudent opschept over z’n alcoholgebruik. Het liefst zou ik hem de vraag stellen of hij op deze manier z’n zwakke karakter probeert te verbloemen, maar dat zou confronterend en kwetsend zijn;
  • Ik weet niet gladjes om te gaan met de zoveelste student die zijn of haar vereniging, club of feestje komt promoten;
  • Ik ben niet geïnteresseerd in je verhalen over dat “Sziget echt kk sick was, ouwe”. Je stinkt naar rook en ziet eruit alsof het festival de hele zomer duurde.

Alhoewel praten over koetjes en kalfjes lastig is, ben ik geen totale sociale pannenkoek. Wanneer we het hebben over m’n favoriete artiest claim ik ongevraagd de komende twee uur van je tijd. Begin je over Avril Lavigne-complottheorie, die stelt dat ze al tien jaar dood is en daarom vervangen door een look-alike, en ik hang aan je lippen. Vraag tijdens de introductiedag naar waar ik vandaan kom en wat ik ga studeren, en ik sla compleet dicht.

Het ligt niet aan jou

Dit heeft niks met de gesprekspartner te maken. Wel met mij. Praten over koetjes en kalfjes vind ik verschrikkelijk. Ik denk de hele tijd ‘Wat boeit het?’ tijdens zo’n gesprek. De introductieweek op de universiteit was daarom een aaneenschakeling van ongemakkelijkheid, “Ja ja, het is wat” zeggen en naar m’n telefoon staren om de schijn op te houden dat ik wél sociaal ben, en daarom continu WhatsApp-gesprekken voer.

Foto: Robert Oosterbroek

Klinkt dit bekend in de oren? Dan ben je waarschijnlijk net als ik (op z’n tijd) een introvert. Ik wil je daarom alvast succes wensen voor het komende schooljaar en de bijbehorende kennismakingsdagen. Je zult het nodig hebben. Ten tweede: er is hoop. Er zijn genoeg mensen zoals ik die op een feestje ook liever met de hond/kat spelen, dan daadwerkelijk met mensen praten.

Niet dat ik mezelf nou zo tof vind, maar het had behoorlijk wat ergernissen gescheeld als ik wist wat me te wachten stond. We gaan het daarom hebben over wat je kunt verwachten van je introweek.

1. Niemand is zelfverzekerd

Je komt aan in de ontvangsthal, probeert zoveel mogelijk gratis zooi te regelen en krijgt te horen in welke introgroep je zit. Niemand weet in welk lokaal je moet verzamelen, dus je verdwaalt eerst een paar keer waarna je uiteindelijk in de juiste ruimte terechtkomt. So far, so good.

Bij binnenkomst merk je direct de verschillende kliekjes in de groep op. Een paar meisjes met felle Nike-schoenen en vesten aan staan in de ene hoek. Jongens met een knotje, zwarte broek en loszittende trui in de andere hoek en enthousiaste meisjes met een soort van scheiding/knot in het midden proberen de groepen bij elkaar te brengen.

Het valt je op dat iedereen een stuk ouder is dan jij. Of althans, zo lijkt het. Er worden verhalen gedeeld over reizen in Australië, full moon party’s op een of ander Thais eiland en een enkeling woont zelfs al samen. ‘Die hebben hun leven op een rijtje’, denk je bij jezelf.

Dit dacht ik toen ook, maar er klopt niets van. Deze op het eerste gezicht zo volwassen ogende groepsgenoten hebben namelijk ook hun twijfels. Zij denken op het moment dat jij binnenstapt: ‘Iedereen is een stuk jonger dan ik. Hoezo weten zij op die leeftijd al wat ze willen met hun leven? Hoe kom ik ooit aan een baan als die koters nu al hoger opgeleid zijn?’

Bovendien worden zij op familiefeestjes al jarenlang gevraagd ‘of ze nu al een keer weten wat ze gaan doen’. Dit is allemaal gezeik waar jij als verse student niets mee te maken hebt.

Oftewel: iedereen voelt zich onzeker op de eerste schooldag. Niemand weet wat er staat te gebeuren, wat de studie International Business & Languages/ Pedagogiek/ Psychologie eigenlijk inhoudt, dus wees gerust.

2. Je weet niks, en dat is prima

Er zijn honderden hbo-opleidingen om uit te kiezen Op de universiteit zijn het er iets minder, maar je moet alsnog kiezen tussen Communicatiewetenschap, Communicatie- en informatiewetenschappen, Communication Science en Communication and Information Sciences. Geloof me, niemand weet het verschil, zelfs de mensen die het studeren niet.

De vage studieomschrijvingen helpen daarbij allerminst mee. Ze zien zichzelf allemaal als een ‘breed inzetbare studie’ die je voorbereiden op een rol als ‘spin in het web’. Deze teksten worden geschreven door burgerlijke dertigers die het studentenbestaan tien jaar geleden gedag zegden. Ze hebben dus geen benul van de belevingswereld van een 17-jarige.

Dit zorgt ervoor dat jij geen flauw idee hebt wat je later gaat doen met je filosofiediploma. Wanneer je komische, maar iets te lamme oom hiernaar vraagt moet je hem daarom gewoon zeggen waar het op staat. ‘Ik wil een brede academische basis leggen en bekijk te zijner tijd wat ik aan de wereld ga toevoegen. Ik heb een open mindset en denk in mogelijkheden, niet beperkingen.’ Op dat moment druipt Oom Henk vanzelf af om weer een biertje te halen.

Moraal van het verhaal: zie je studie als een voorbereiding op je latere leven, maar zeker geen definitieve keuze. Het hoort erbij dat je niet weet wat je studie precies inhoudt.

3. Iedereen is ongemakkelijk

Je kunt van ontgroeningen zeggen wat je wilt, maar ze smeden wel een band. Niet voor niets legt vrijwel ieder leger haar nieuwe rekruten het vuur aan de schenen om zo vertrouwen onderling te kweken.

Introductieweken van studies doen hier een halfslachtige poging toe, door middel van schijtlollige spelletjes. Men probeert bijvoorbeeld een estafette te organiseren waarbij je tijdens het rennen een komkommer tussen je benen moet houden. Nee, niet die komkommer.

Iedereen vindt dit hartstikke kut en ongemakkelijk, ook al lijkt het misschien niet zo. Je hebt sowieso een alfa-achtig mannetje (“Ik ben Vinnie, gap”) in je groepje zitten die superzelfverzekerd overkomt, maar dit eigenlijk niet is. Door hard te schreeuwen en veel te praten probeert hij zijn zenuwen namelijk in bedwang te houden.

Alhoewel dit soort spelletjes voor niemand leuk zijn, hoort het er nou eenmaal bij. Je zult zien dat de groepssfeer op een gegeven moment beter wordt.

4. Stel jezelf open, maar bewaak je grenzen

Het leven draait om ontwikkeling. Zodra je bijvoorbeeld daadwerkelijk een mening hebt over het assortiment van de Aldi, weet je dat je in een fase van persoonlijke groei bent aanbelandt. Als je dan ook nog aanbiedingen bij elkaar zoekt mag je jezelf officieel volwassen noemen.

Op een omslachtige manier probeer ik hiermee te zeggen dat je wel moet proberen om er een leuke introductieweek van te maken. Uiteindelijk ben alleen jij verantwoordelijk voor je eigen geluk in het leven, dus ook tijdens de eerste schooldagen. Dit betekent echter niet dat je continu met de rest van het makke studentenvolk hoeft mee te lopen.

Als jij bijvoorbeeld een schijthekel hebt aan jezelf de vernieling in zuipen, doe het dan vooral niet. Laat je niet opjutten door een willekeurige corps-knaap (“Frederik”) die zegt dat je “goudgele pretcilinders” moet zuipen omdat je anders een “natte tosti” bent.

Niks is verplicht

Vind je het echt heel kut allemaal? Ga dan lekker naar huis. Dit deed ik ook op dag twee van mijn introductieweek. Zoals je wellicht al merkt ben ik koppig en heb ik er een hekel aan dat mensen hun planning aan mij opdringen. Bovendien had ik wel meer te doen dan met 28-jarigen onder partytenten schuilen voor de regen die zich nog steeds lieten aanspreken met ‘intromama’ en ‘intropapa’.

Daarnaast werd aan het begin van dag twee verteld dat ik 70 euro moest betalen. Blijkbaar was de introductie dus niet gratis. Op dat moment was ik er klaar mee. Wouter, de penningmeester van de studievereniging, gaf aan dat ik moest betalen, omdat ik anders niet kon starten met de lessen. Dit leek mij sterk, en daarom nam ik de proef op de som. Je raadt het al: een week later zat ik gewoon in de collegebanken.

Dus, je kunt gewoon weggaan als je niet comfortabel bent. Vergeet niet waar het uiteindelijk om draait: studeren. Natuurlijk is het mooi meegenomen als je vrienden maakt, de tijd van je leven hebt en zes soa’s oploopt, maar het hoeft niet.

Voor iedere persoon die zegt een geweldige studententijd te hebben gehad, zijn er twee die er weinig aan vonden. Het probleem is dat je deze groep vaak niet hoort. Volg dus je eigen plan, ook tijdens de introdagen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *