We hebben een nieuwe definitie voor zelfbeschadiging nodig

Het is namelijk meer dan een symptoom.

Zelfbeschadiging is niet mogelijk zonder depressief of angstig te zijn, of een eetstoornis te hebben. Tenminste, dat is wat de DSM, dé psychiatrische bijbel, zegt. Hierdoor kun je als patiënt geen behandeling krijgen wanneer je ‘slechts’ aan zelfbeschadiging doet. In dit artikel leg ik uit waarom dat moet veranderen.

Zelfbeschadiging definitie: een doolhof

Inmiddels heb ik meerdere keren over zelfbeschadiging geschreven zonder stil te staan bij de definitie. Waarom zou je ook? “Zelfbeschadiging” – het woord zegt het al: je beschadigt jezelf. Toch begon ik me laatst af te vragen: wat is zelfbeschadiging nu eigenlijk? En wat valt wel en niet onder het kopje zelfbeschadiging? Is het een symptoom, of een op zichzelf staande aandoening? Daar gaan wij vandaag achter komen.

Zelfbeschadiging in het woordenboek

Een goede plek om te beginnen leek me het woordenboek, maar helaas: Van Dale kende het woord zelfbeschadiging niet. Ook de zoekwoorden zelfverwonding en automutilatie leverden geen resultaten op. Ik heb zelf geen woordenboek (welke persoon onder de 25 wel?), dus het tweede wat ik deed was op de fiets stappen naar de bibliotheek. Daar vond ik een exemplaar van het basiswoordenboek van Van Dale, maar opnieuw stonden de woorden zelfbeschadiging, zelfverwonding en automutilatie er niet in.

En wat doe je dan? Juist: Google. Als eerste kwam ik op de website van de landelijke stichting zelfbeschadiging terecht, zij definiëren zelfbeschadiging als volgt: “Zelfbeschadiging is het bewust en onbewust toebrengen van letsel aan het eigen lichaam, zonder de intentie te hebben het leven te willen beëindigen.”

Encyclo, een online encyclopedie, stuurt mij door naar een Wikipedia-artikel. Dit stuk heeft als titel ‘automutilatie’, en daar wordt het als volgt gedefinieerd: “Automutilatie is het woord voor zelfbeschadiging of zelfverminking, zoals gebruikt in de geneeskunde in het algemeen en in de psychiatrie en de zorg voor mensen met een verstandelijke handicap in het bijzonder.”

Over vage definities gesproken. Op welke manier wordt het begrip ‘automutilatie’ dan bijvoorbeeld gebruikt in de geneeskunde? Dan maar door naar de Engelstalige variant van de encyclopedie. Hier vind ik een lijst van zelfbeschadiging-classificaties, gemaakt in 1988. Zelfbeschadiging wordt hier verdeeld in vier categorieën, gebaseerd op hoe hevig de aangebrachte schade is en hoe sociaal geaccepteerd het gedrag is.

Onder classificatie 1 valt onder meer nagelbijten terwijl onder classificatie vier amputatie valt. Als ik naar dit systeem kijk schrijf ik vooral over gedrag in classificatie 3, waaronder jezelf snijden of branden valt. Het systeem is echter wel achterhaald. Piercings en tatoeages zijn bijvoorbeeld in niveau 2 terug te vinden, terwijl vrijwel iedereen tegenwoordig een tatoeage of piercing heeft.

Lees ook: Waarom zelfbeschadiging hetzelfde is als een verslaving

Zelfbeschadiging-definitie2

 

Is zelfbeschadiging een symptoom?

Er is geen duidelijke definitie van zelfbeschadiging. Maar hoe zit het met mijn tweede vraag: is het een symptoom, of een ‘echte’ ziekte? Een goede plek om te beginnen leek me de DSM, hét handboek dat wordt gebruikt bij diagnostiek in de psychische zorg. Helaas: ook hier kon ik geen sluitend antwoord vinden. Er staat namelijk alleen dat zelfbeschadiging een symptoom is van borderline. Veel andere websites stemmen hiermee in, door zelfbeschadiging te noemen als gedrag dat voortkomt uit andere psychische aandoeningen zoals depressie.

 

Verder is het zo dat therapie alleen vergoed wordt als je een diagnose – volgens de richtlijnen van de DSM – hebt. Er moet dus altijd meer aan de hand zijn: alleen zelfbeschadiging is niet genoeg om therapie te kunnen krijgen. Oftewel: zelfbeschadiging is altijd het resultaat van iets anders, maar kan nooit een probleem op zich zijn.

Ik denk dat dit deels waar is. Enerzijds begint het vaak omdat er onderliggende problemen zijn, anderzijds weet ik uit eigen ervaring dat zelfbeschadiging niet automatisch stopt als het mentaal weer beter gaat. Voor mij staan die twee dingen los van elkaar. Mijn zelfbeschadiging verergert als het mentaal niet goed gaat, maar het is er ook als het wel goed gaat. Zo kan ik nog steeds in de cirkel van zelfbeschadiging blijven hangen, ook al gaat het over het algemeen goed. Ik vind het daarom vreemd om te accepteren dat zelfbeschadiging ‘slechts’ een symptoom is.

→  Dit schreven wij eerder over zelfbeschadiging

NSSI: hoop voor de toekomst

Na de DSM verder te hebben bestudeerd bleek dat deze situatie in de komende jaren mogelijk gaat veranderen. De nieuwste versie van het handboek spreekt namelijk over NSSI: Non-Suicidal Self-Injury. Oftewel: zelfbeschadiging zonder doodswens. Het is nog geen officiële diagnose, maar het begin is er. De komende jaren wordt onderzoek gedaan naar de diagnose.

Mocht NSSI een diagnose worden verandert er een hoop voor de behandeling van zelfbeschadiging, in goede zin. Het wordt dan namelijk een opzichzelfstaand probleem. Hierdoor kun je voor zelfbeschadiging behandeld worden, zonder dat je een andere diagnose (zoals depressie) moet hebben. NSSI is dus nóg geen officiële diagnose, maar de omschrijving is helder en concreet. Wie hieraan lijdt beschadigt zichzelf namelijk met voorbedachten rade. Als voorbeelden worden jezelf slaan, verbranden, snijden en krabben genoemd.

Deze symptomen moeten minimaal vijf dagen in een jaar voorkomen en het gedrag moet niet sociaal geaccepteerd zijn. Ook mag de persoon in kwestie niet middenin een psychose zitten, of dronken zijn. In plaats daarvan moet deze drang tot zelfbeschadiging vanuit de persoon zelf komen. Hij of zij ziet geen andere manier van omgaan met een negatieve situatie, en kiest er daarom voor om het eigen lichaam te beschadigen.

Tot het zover is bestaat zelfbeschadiging in de DSM enkel als symptoom van iets anders. Het verleden wijst uit dat psychologisch onderzoek jaren kan duren, en soms zelfs helemaal niet gebeurt. 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *